Oss

Over de plannen voor het Jan Cunen Museum sprak Mari-Anne Marijnissen namens de SP in de commissievergadering eind 2012 het volgende:

De Commissie Vrienden van het Museum schrijft dat de primaire taken van het museum gewaarborgd moeten blijven. Met deze doelstelling is de SP fractie het geheel eens. Maar dat er zich een koper heeft gemeld voor het gebouw wil niet zeggen dat het verkocht moet worden. De SP is hier vooralsnog tegen. Zolang er geen goede en uitvoerbare plannen zijn voor een nieuw museum op het Bergoss-terrein, moet het Museum in het huidige gebouw blijven.

Het is nu ook niet de tijd om een nieuw museum te bouwen. Er komen zoveel bezuinigingen op de gemeente af, dat we die plannen, hoe goed ze ook zijn, even in de ijskast moeten zetten en moeten wachten op betere tijden.

Dat het huidige gebouw niet meer aan alle eisen voldoet, klopt misschien wel. Maar vooralsnog zijn er prachtige tentoonstellingen gerealiseerd .Ook qua publiciteit doet het Museum Jan Cunen het goed. Dus de mening van de SP is om het zo even allemaal te laten zoals het is. Zodra er geld is kan er geïnvesteerd worden. Trouwens, er zijn al tekeningen van een verbouwing van het huidige museum. Met meer tentoonstellingsruimte, goede klimaatbeheersing, nieuwe entree, terras enz . En veel goedkoper dan nieuwbouw .De SP vraagt aan de wethouder om die plannen eens verder uit te laten werken en te kijken hoe de financiën er dan voor staan.

Wat de verzelfstandiging betreft: De SP is tegen, de directeur is tegen, de adviescommissie is tegen. En nog niet zolang geleden sprak de wethouder: “Sinds de reorganisatie van het gemeentelijk beleid heeft het museum echter al een grote mate van interne verzelfstandiging bereikt en functioneert feitelijk als een zelfsturende eenheid met de schaalvoordelen en de zekerheid van het gemeentelijk apparaat (voor financiën. personeel, onderhoud, automatisering). Verzelfstandiging (onderbrengen in een stichting) zal leiden tot hogere organisatiekosten."

Verder staan er teveel aannames in de ontwikkelingsvisie van de Vrienden van het Museum over deze verzelfstandiging. Ik noem er een paar:

Ik denk echt dat De Vrienden van het Museum Jan Cunen in een andere wereld leven. En hoe kun je je nu vriend noemen als je het tegenovergestelde voorstelt van wat de directeur en de adviescommissie, en nu dus ook de wethouder, zouden willen. Is hier een communicatieprobleem?