h

Wethouder Van Loon (VDG) faalt bij regionale belastingsamenwerking. SP wil grondig onderzoek

25 november 2013

Wethouder Van Loon (VDG) faalt bij regionale belastingsamenwerking. SP wil grondig onderzoek

De regionale belastingsamenwerking tussen de gemeenten Oss, Uden, Veghel, Boekel, Deurne en waterschap Aa en Maas in de Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB) is helemaal uit de hand gelopen. Daardoor behoort Oss nu volgens het Rijk tot de negen slechtst presterende gemeenten van Nederland op het gebied van bijvoorbeeld WOZ-taxaties. De SP wil een regionaal onderzoek.

De BSOB was oorspronkelijk opgericht om de kosten voor gemeenten door samenwerking te verlagen en daarmee de belastinginkomsten te verhogen. Nu blijkt dat de puinhoop bij de BSOB zo groot is dat deze situatie de burgers van Oss € 500.000,- meer gaat kosten. “En dat in een tijd van crisis, bezuinigingen en hoge werkloosheid”, zegt SP-raadslid Mahmut Erciyas.

Erciyas: “Oss heeft op het gebied van gemeentelijke belastingen altijd tot de top van Nederland behoord. Nu staat onze gemeente op een zwarte lijst van het Rijk.” De SP heeft niet alleen problemen met de extra kosten en het beschadigde imago van Oss, maar vooral ook met de directe gevolgen voor burgers. “Duizenden burgers hebben ten onrechte betalingsherinneringen gekregen, bezwaarschriften werden niet beantwoord en er zijn grote fouten gemaakt bij de WOZ-taxaties”, aldus Erciyas.

De SP vindt dat de verantwoordelijk wethouder van Oss, Jan van Loon (VDG), fouten heeft gemaakt in het BSOB-dossier. Het Dagelijks Bestuur van de BSOB heeft knullig geopereerd, maar volgens de SP draagt Van Loon als lid van het Algemeen Bestuur ook verantwoordelijkheid. Erciyas: “Van Loon heeft er onvoldoende bovenop gezeten, terwijl hij daar alle reden toe had. Ook heeft hij de raad niet op tijd geïnformeerd over de puinhoop bij de BSOB.”

De SP Oss wil nu, net als de SP Uden, een grondig regionaal onderzoek naar de puinhoop bij de BSOB. Om de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de ontstane situatie duidelijk te krijgen, maar ook om lessen te trekken voor toekomstige samenwerking tussen gemeenten in de regio Noordoost-Brabant.

Hieronder is de bijdrage van raadslid Mahmut Erciyas opgenomen, uitgesproken in de laatste discussie in de raad over de BSOB:

Voorzitter,

Het kwaad is geschied bij de BSOB. En gedane zaken nemen geen keer, luidt het spreekwoord. Maar wat voor kwaad?
- Een half miljoen euro extra kosten voor de gemeenschap van Oss in 2013 t/m 2015, in een tijd waarin Oss zwaar zucht onder de crisis en werkloosheid. Terwijl de belastingsamenwerking juist moest leiden tot kostenreductie.
- Gefrustreerde burgers die hun aanslagbiljet niet begrijpen, ten onrechte betalingsherinneringen hebben gekregen en foute WOZ-beschikkingen hebben ontvangen en vervolgens alleen contact kunnen leggen met BSOB per telefoon of e-mail
- Onze gemeente die op een zwarte lijst terecht is gekomen, terwijl wij jarenlang tot de top van Nederland behoorden.

Gedane zaken nemen geen keer, voorzitter. Maar, in de politiek moet verantwoording worden afgelegd over de gedane zaken. Daar willen wij deze gelegenheid graag voor benutten.

"In control", dat is de centrale term die we in alle stukken tegenkomen. BSOB was niet in control, en is volgens het college nog steeds onvoldoende in control. 37 actiepunten worden uitgevoerd ter verbetering, en de afronding daarvan gaat jaren duren. Maar de centrale vraag voor de SP voorzitter is of het college in de persoon van verantwoordelijk wethouder Van Loon als bestuurder van de BSOB wel voldoende in control was.

Wat ons stoort in de vele documenten zijn de steeds herkauwde excuuspassages dat de BSOB nog een relatief jonge organisatie is, voor maar liefst 6 gemeenten en 1 waterschap de belastingen uitvoert, verschillende culturen, systemen en processen moest verenigen, etc. etc. Je zou bijna gaan denken dat de BSOB door een natuurramp is getroffen, dat het niet anders had kunnen lopen, dat deze opstartproblemen heel normaal zijn. Dat is natuurlijk onzin, en als het geen onzin is, dan voorspel ik u dat de decentralisaties vanaf 2015 tot nog veel grotere rampen gaat leiden.

Voorzitter, een reconstructie:
- Op 24 augustus 2012 ontvangt het college van de WK een alarmerende brief: wij worden wat betreft uitvoering van de WOZ van de hoogste waarderingscategorie gedegradeerd naar de laagste: een hele diepe val.
- Op 5 september 2012 schrijft het college een brief naar de BSOB, niet zwaar alarmerend, want de brief gaat eerst 2 A4-tjes lang over allerlei gegevens die het college wil hebben.
- Pas op 18 oktober 2012 antwoordt de directie van de BSOB met een sussend briefje, met de strekking dat de WK inmiddels tevreden is over het verbeterplan. Saillant detail: het AB, waar wethouder Van Loon, onderdeel van uitmaakt complimenteert in diezelfde maand de directie nog met het verbeterplan.
- Medio april 2013 barst de bom in het AB. Er wordt gesproken over hele serieuze, onbeheersbare problemen op managementniveau maar ook in de uitvoering van de WOZ. De situatie is zo uit de hand gelopen dat er op 1 mei 2013 een Taskforce in het leven wordt geroepen.

Daarna zien wij een curieus communicerende wethouder. In de raadsadviescie van 30 mei 2013 gaat het over de toetreding van Landerd tot de BSOB. De wethouder informeert niet zelf pro-actief de raad, maar laat stukje bij beetje zijn zorgen doorschemeren. Dit dankzij een ferm optredende mevrouw Van Houten van de VVD die door blijft vragen. Termen als "Te weinig in control", "zorgen", "weinig verbeteringen", "installatie van een taskforce" vallen. Maar de wethouder doet schimmig over concrete financiële risico's en beweert zelfs dat ondanks de teruggang in dienstverlening efficiencyvoordelen zijn behaald dankzij de BSOB. U hoort het goed voorzitter. Verder zouden alle aanslagen weg zijn, maar een achterstand zijn in bezwaarschriften. Dat het in 2012 een enorme bende was op alle fronten bij de BSOB wordt niet gemeld. In de rekeningcommissie van 13 juni houdt wethouder Van Loon het bij: "BSOB is niet in control, we zitten er bovenop maar de stukken zijn niet op tijd geleverd".

Dankzij het BD krijgen we in augustus 2013 openheid van zaken. Wethouder Van Loon reageert daar op een verbijsterende manier op. Hij verklaart dat hij laat uitzoeken wat er aan de hand is bij de BSOB - tsjonge zou je zeggen, Van Loon weet immers als sinds half april wat er speelt - en reageert naar onze smaak iets te laconiek op de dreigende strop van een half miljoen voor Oss met de reactie "Als dat zo is, vind ik het behoorlijk veel". En het was zo voorzitter, begin oktober kwam de duidelijkheid. Op een podiumbijeenkomst!

Voorzitter, wij hebben een reeks vragen:

- Als we de hele film terugdraaien, vindt de wethouder nu dat hij daadkrachtig heeft gehandeld als belangenbehartiger van Oss in de BSOB? De brief van augustus 2012 van de WK, nu 15 maanden oud, had wellicht de start moeten inluiden van een ferme aanpak. Graag een reactie.
- Waarom heeft u de raad niet na de AB-vergadering van 18 april 2013 onmiddellijk en volledig geïnformeerd, wetende dat de belangen van onze burgers in het gedrang waren, er sprake was van financiële risico's en het aanzien van onze gemeente gevaar liep?
- Kunt u uitleggen wat uw rol als AB-lid is geweest tussen de alarmbrief van de WK dd 24 augustus 2012 en de AB vergadering van 18 april 2013?
- Is het achteraf bezien wel verstandig geweest om als Oss niet in het DB zitting te nemen, nu je ziet dat de verbeteraanpak vooral tot stand dankzij de ambtelijke inzet van de gemeente Oss. Oss is de grootste gemeente en draagt de grootste financiële risico's.
- Hoe staat Oss er nu voor in de ogen van de WK?
- Hoe gaat u ervoor zorgen dat de gemeenteraad goed wordt geïnformeerd over de voortgang van de verbeteraanpak? Dat er een halfjaarlijkse monitor komt, hebben we allemaal kunnen lezen. Blijft het daarbij wat u betreft?
- Welke correctie-acties zijn er uitgevoerd richting de gedupeerde burgers, vooral diegenen die in het rampjaar 2012 zijn gedupeerd? Worden de fouten in beschikkingen pro-actief opgezocht, of wordt gewacht tot burgers zich zelf melden met vragen en bezwaren?

Tot slot voorzitter een vraag aan de collega fracties. Moeten wij als raad niet de BSOB als casus nemen, deze grondig evalueren om goed de discussie te kunnen voeren over regionale samenwerking en het samenspel van raad en college daarin. Liefst samen met de andere regionale raden. Regionale samenwerking zal de komende jaren alleen maar vaker voor komen, daarom vinden wij het als SP belangrijk om lessen te trekken. Dus het gaat ons niet om de technische verbeteringen bij de BSOB (dat is al uitgezocht).

U bent hier