Oss moet socialer
Oss moet socialer
Onderstaand opiniestuk, geschreven door SP-raadslid Mahmut Erciyas, werd op zaterdag 21 april in het Brabants Dagblad gepubliceerd.
Soms is het moment van een politieke kentering exact te benoemen. Dat geldt zeker voor het Osse sociale beleid. Tot het moment van aantreden van de huidige coalitie van VVD, VDG, CDA en PvdA was het sociale en solidaire karakter van Oss een onderscheidend kenmerk van onze gemeente. Een gemeente met uitstekende sociale voorzieningen voor ouderen, gehandicapten, chronisch zieken en minima. Zorgvuldig opgebouwd door de voormalige colleges, met vrijwel unanieme steun van de gemeenteraad.
Dat de sociale koers van Oss ingrijpend zou veranderen werd begin 2011 duidelijk toen de nieuwe coalitie haar programma presenteerde. Dit document staat bol van liberale strijdkreten als 'eigen kracht' en 'eigen verantwoordelijkheid' en ligt daarmee aan de basis van de omslag op het sociale terrein waarvan we nu getuige zijn. Een bedenkelijke kentering overigens, omdat VDG en PvdA medeverantwoordelijk zijn geweest voor het beleid dat nu wordt afgebroken en het CDA lang heeft gepocht 'socialer dan de SP' te zijn.
De daden van de coalitie zijn bekend. Zij heeft € 2,5 miljoen bezuinigd op het sociale beleid. In geen enkel begrotingsonderdeel is zo diep gesneden. Zo is in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning bijvoorbeeld fors bezuinigd op vervoer, zijn eigen bijdragen ingevoerd en is het ouderenwerk flink gekort. Dat deze ingrepen het rapportcijfer van Oss in de lokale monitor van de FNV niet lager hebben doen uitvallen heeft vooral te maken met de beperkte scope van de monitor. Maar deze maatregelen gaan – in combinatie met landelijke bezuinigingen - ouderen en gehandicapten wel hard treffen. De coalitie verzwaart zo de last, in plaats van verlichting te brengen.
Hetzelfde geldt voor het minimabeleid. Minima worden hard geraakt door landelijke maatregelen als de gezinsbijstand en verlaging van de bijstandsuitkering. In Oss reduceert de coalitie juist de tegemoetkomingen aan minima voor sociaal-culturele activiteiten en de schoolkosten van hun kinderen, terwijl iedereen weet dat deze activiteiten duurder worden. Een bedrag van € 75.000 om dit te voorkomen wordt als te veel gezien, terwijl Oss met miljoenen participeert in risicovolle projecten als bedrijventerrein Heesch-West, Talentencampus en Life Sciences Park.
De coalitie hanteert grofweg drie argumenten om haar beleid te verdedigen. De eerste is de crisis en de daaruit voortvloeiende noodzaak tot bezuinigen. Maar besparen kan op verschillende manieren. De SP heeft met een alternatieve begroting laten zien dat er sociaal bezuinigd kan worden. Wij hebben aangetoond dat de bezuiniging van € 2,5 miljoen op het sociale beleid niet onontkoombaar maar een kwestie van keuze is. In onze alternatieve begroting blijft het sociale gezicht van Oss overeind, terwijl wij de bezuinigingen vooral neerleggen bij de kosten van de gemeenteraad en het college en de fysieke taken.
Een tweede argument van de coalitie is dat de bezuinigingen dát deel van het sociale beleid raken dat in vergelijking met andere gemeenten 'bovengemiddeld' zou zijn. Maar het gemiddelde van Nederland kan en mag toch niet automatisch de norm voor Oss zijn? Bovendien, een bestuur met ambitie op het sociale domein en dat in het tijdperk-Rutte oprecht probeert te redden wat er te redden valt zou deze drogredenering nooit hanteren.
Het derde argument dat de coalitie gebruikt is die van de 'eigen kracht' en 'eigen verantwoordelijkheid'. Mensen zouden minder van de overheid moeten verwachten en meer op eigen kracht en via het eigen netwerk aan oplossingen moeten werken. Er zou te veel en onnodig beroep op de overheid worden gedaan. Dit laatste argument toont aan hoezeer het neoliberale denken de toon zet in de Osse coalitie. Rutte hanteert de begrippen eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid al vanaf het begin van zijn regeerperiode als sloophamer om de samenleving te verbouwen. De Osse coalitie praat hem na.
Nooit zullen wij beweren dat het sociale beleid geen vernieuwingen nodig heeft. Ook hebben wij altijd het principe gehanteerd dat alleen die mensen die er recht op hebben overheidsvoorzieningen kunnen krijgen. Zeeuwse zuinigheid zit in het bloed van de SP. Maar geloven in liberale fabels doen wij niet. Wij zien de realiteit onder ogen van een door de crisis en het rijksbeleid groeiende groep mensen die onvoldoende eigen kracht heeft of een omgeving die hen kan ondersteunen. Als de lokale overheid zich terugtrekt wordt dat gat niet vanzelf door 'de samenleving' opgevuld. Tel daarbij op dat Nederland qua aantal vrijwilligersuren internationaal al aan de top staat en het tweeverdienersmodel de norm is, en het is zonneklaar dat het beroep op meer eigen kracht een façade is om de sociale afbraak te verhullen.
Een sociale overheid is er juist voor om mensen die het minder hebben getroffen gelijke toegang tot voorzieningen te garanderen en om willekeur en afhankelijkheid van privé-initiatieven te voorkomen. Dat principe blijft voor ons leidend, ook in financieel barre tijden. Nog meer bezuinigen op het sociale beleid wijzen wij resoluut af en zullen juist pleiten voor een socialer beleid. Tegen de stroom in.