Oss

De gemeente Oss kan begrip opbrengen voor de kritiek van de rekenkamercommissie op de ondoorzichtigheid van het re-integratiebeleid voor mensen in de bijstand. Toch is het (goede) resultaat het eerste wat telt voor de gemeente.

Wethouder Chris Ermers gaf aan blij te zijn met het onderzoek ’Een wenkend perspectief’ naar het Osse re-integratiebeleid: ”Daar blijkt uit, dat we een succesvol beleid voeren.” Waar de rekenkamercommissie over valt, is het feit dat volgens haar niet duidelijk wordt hoé de behaalde resultaten en successen tot stand komen. Ermers en Cees Machielse, hoofd sociale zaken van de gemeente Oss, verschillen hierover met de commissie van inzicht. ”De commissie schetst een beeld van een voetbalwedstrijd die we winnen, zonder precies te weten hoe we dat doen”, aldus Ermers.

Onbegonnen werk
”De commissie hanteert in haar rapport echter een te enge vraagstelling", vervolgt de wethouder. "Het exact meten van de resultaten is echter vaak onbegonnen werk in deze ’tak van sport’. De afdeling sociale zaken is onvoldoende in staat om eenduidige cijfers en informatie te leveren. Er wordt hard aan gewerkt om dit wel mogelijk te maken, maar het bereiken van resultaten om mensen in de bijstand weer aan het werk te helpen heeft vanzelfsprekend meer voorrang.” In feite botsen hier de opvattingen van de afdeling sociale zaken (’niet lullen, maar poetsen’) en de rekenkamercommissie (’meten is weten’) met elkaar.

Achtste plaats
Hoe goed presteert Oss ten opzichte van andere steden? ”Sinds de invoering van de Wet werk en bijstand in 2005 staan we inmiddels op de achtste plaats in het overzicht van gemeenten men het sterkste dalingspercentage van bijstandsgerechtigden”, volgens Machielse. ”Zowel procentueel als absoluut hebben wij de laagste bijstandsdichtheid van het land, ondanks onze grote groep allochtonen en minima.” Oss doet er volgens Machielse en Ermers alles aan om bijstandsgerechtigden zo snel mogelijk aan een baan te helpen, zodat de instroom naar de bijstand laag blijft.

Bron: Kliknieuws