h

Openingstoespraak Henk van Gerven op de Osse ouderenmarkt

5 oktober 2005

Openingstoespraak Henk van Gerven op de Osse ouderenmarkt

Op woensdag 5 oktober opende SP-wethouder Henk van Gerven de Osse Ouderenmarkt. In zijn openingstoespraak pleitte hij ervoor de ouderen te zien als volwaardige zelfstandige burgers net als iedere andere volwassene. Hij hekelde de bureaucratie in de nieuwe zorgverzekeringswet en zette zich af tegen de oprukkende commercie en marktwerking in de zorg.

Henk van GervenHij riep op tot solidariteit tussen mensen: jong en oud, gezond en ziek en rijk en arm. "Voor mensen, maar zeker voor ouderen die in de loop der jaren kwetsbaarder worden, bestaan vrijheid en geluk in de wetenschap dat je ergens op terug kunt vallen. Deze rijkdom krijgt gestalte in een zorgzame samenleving. Deze rijkdom leidt tot een leefbare, creatieve en actieve samenleving. Laten we deze met zijn allen blijven koesteren. "


Ouderentoespraak oktober 2005

Ouderen in beweging. Dat is het thema van deze ouderenmarkt. Een toepasselijke naam in het huidige tijdsgewricht waar veel in beweging is. Zeker ook voor ouderen. Het was in Duitsland aan het eind van de negentiende eeuw, al lang geleden dus, dat Bismarck de pensioengerechtigde leeftijd op 65 jaar vaststelde. Dat deed Bismarck in de wetenschap dat de gemiddelde man 66 jaar oud werd. Dat betekende een jaar genieten van een welverdiende rust wat toen al een hele vooruitgang was. Nog steeds is 65 jaar als pensioengerechtigde leeftijd van kracht, terwijl gelukkig de mensen nu veel ouder worden dan toen. De gemiddelde leeftijd van de man ligt nu al rond de 77 jaar en die van vrouwen boven de 80. Vandaar ook de toenemende discussie over 65 jaar als pensioengerechtigde leeftijd. Minister Brinkhorst wil deze leeftijd graag omhoog brengen. Ikzelf ben nog niet zover. Het is een groot goed dat ouderen na een arbeidzaam leven nog een aantal jaren in redelijke tot goede gezondheid kunnen werken. Wel vind ik dat er bij een aantal beroepen net zoals bijvoorbeeld bij een politicus, flexibiliteit moet zijn. In een aantal gevallen willen mensen best doorwerken op basis van vrijwilligheid. Daar is wat mij betreft niks mis mee.

De positie van de ouderen is erg in beweging. Jong en oud lijken elkaar niet meer te kennen. Het is zelfs zo dat jong en oud tegen elkaar uitgespeeld worden. Tien jaar geleden leed het CDA een enorme verkiezingsnederlaag omdat ze de inkomenspositie van de ouderen wilden aanpakken. Daarover was niet alleen bij ouderen veel verontwaardiging. De opkomst van de ouderenpartijen was daar direct het gevolg van. Hoe anders is de situatie nu. Ouderen worden afgeschilderd als Dagobert Ducks die asociaal zijn en hun rijkdom niet willen delen met de jongeren die zich uit de naad werken om de welvaart van de luierende ouderen in stand te houden. Het is een karikatuur van de werkelijkheid maar ze werkt wel. Langzaam maar zeker wordt er geknabbeld aan de positie van de ouderen. Ik ben heel erg voor solidariteit tussen rijk en arm, gezond en ziek en tussen jong en oud. Dat betekent dat van rijke gezonde ouderen best een bijdrage gevraagd mag worden aan de maatschappij in financiële zin of in de zin van maatschappelijke betrokkenheid en activiteit. Op het gebied van vrijwilligerswerk en de zorg om leefbaarheid in een buurt of wijk.
Maar met het ouder worden neemt de kans op gebreken toe. Voor de oudere die het minder heeft getroffen of hulpbehoevend wordt, moeten we pal staan. Daarbij is solidariteit een onmisbaar begrip.
In mijn ogen moeten ouderen dus worden beschouwd als volwaardige en zelfstandige burgers net als iedere andere volwassene.

Hoe staat nu de gemeente Oss tegenover de Osse ouderen? Dan moeten we kijken naar de sociale visie die de raad waarschijnlijk morgen zal vrijgeven voor inspraak. In deze sociale visie pleiten wij voor een Osse samenleving waar iedereen telt. Een belangrijke vraag daarbij is hoe wij de solidariteit tussen mensen organiseren. Is dit een verantwoordelijkheid van de mensen zelf of moet de gemeente dit doen? Als gemeente kiezen we voor een standpunt tussen deze beide uitersten in. Inwoners hebben hun eigen verantwoordelijkheid die ze moeten nemen. Tegelijkertijd heeft de gemeente een taak in het scheppen van de goede voorwaarden waarop solidariteit tussen mensen kan ontstaan. Enerzijds door mogelijkheden te creëren die ontmoeting en sociaal contact ondersteunen. Deze ouderenmarkt is daar een mooi voorbeeld van. Anderzijds door allerlei zinvolle initiatieven van mensen te ondersteunen. De gemeente draagt wel een extra verantwoordelijkheid voor mensen met beperkingen of mensen die in kansarme of risicovolle omstandigheden verkeren.

Een belangrijk actueel discussiepunt is de Wet maatschappelijke ondersteuning. De gemeenten worden in 2006 of 2007 verantwoordelijk voor de huishoudelijke hulp die mensen krijgen via de thuiszorg. Zorg die nu nog in de volksverzekering AWBZ zit. De raad heeft daarover al belangrijke uitspraken gedaan. Wij vinden dat het voorzieningenniveau van de mensen niet mag verslechteren als de gemeente deze taak erbij krijgt. Ik ben ook gelukkig met de uitspraak van de raad dat marktwerking en zorg niet bij elkaar passen en daarom wordt afgewezen. Zorg is geen product dat je zomaar koopt omdat je er zin in hebt. Zorg is geen handelswaar maar iets waar je noodgedwongen gebruik van moet maken. In Amerika is zichtbaar waar marktwerking toe leidt. Een tweedeling in de zorg. Je krijgt voorrangszorg als je betaalt. Tientallen miljoenen mensen lopen onverzekerd rond en de zorg is daar peperduur. Die kant willen we niet op.
Rond de nieuwe zorgverzekeringswet die ook marktwerking beoogt is veel commotie. Mensen vrezen de hoge premies en de bureaucratie. Wat is het toch voor waanzin dat de belastingdienst nu miljoenen brieven verstuurt opdat mensen een zorgtoeslag aanvragen om die hoge premies te compenseren? Het is zinloos rondpompen van geld. En bestuurders zoals ik vrezen dat in toenemende mate mensen onverzekerd rond zullen lopen omdat ze de premies niet kunnen betalen. Daarom proberen wij ook als gemeente voor de mensen met een inkomen op of rond het minimum een collectieve ziektekostenverzekering af te sluiten om te voorkomen dat mensen buiten de boot vallen. En dat geldt ook voor ouderen met een minimumuitkering.

Als gemeente willen we erg investeren in de leefbaarheid. Wij willen graag dat iedereen meedoet met de Osse samenleving. En dat geldt ook voor ouderen. Kijken we naar het gebied van wonen, welzijn en zorg dan investeren we veel. Het Rigom krijgt jaarlijks extra subsidie om de leefbaarheid voor de Osse ouderen op dit terrein te verbeteren. Volgend jaar worden de vervoersvoorzieningen voor gehandicapten met een auto en minder dan 1,5 keer de bijstandsnorm aan inkomen hebben verhoogd. Ook verhogen we de draagkrachtnorm voor het bijstandsbeleid van 110% naar 115% van het minimum. Daardoor kunnen 3500 in plaats van 3000 gezinnen gebruik maken van onze bijstandsvoorzieningen. We onderschrijven de resultaten van de Ouderenproof projecten in Oss en Ravenstein.

Kijken we naar Oss dan zien we dat de leefbaarheid het best gewaardeerd wordt in de dorpen waarbij Herpen kampioen is. Dat heeft te maken met kleinschaligheid, het elkaar kennen. In die zin zou ik van Oss een dorp willen maken. Oss is echter geen eiland. De afgelopen tientallen jaren zijn vele buitenlanders in Oss komen wonen die hier nooit meer weggaan. En in toenemende mate zullen dit ook ouderen zijn. Nu is er nog sprake van een tweedeling. Er is weinig contact tussen de oudere allochtoon en de oudere autochtoon. Met ons experiment in de Binnenstad dat er mede op gericht was de ontmoeting tussen allochtonen en autochtone ouderen te bevorderen moet ik zeggen dat we wel een aantal allochtonen bereiken maar veel autochtonen wegblijven. Onbekend maakt onbemind. Ook in deze zaal zien we weinig allochtone ouderen.
Hier is nog een hele weg te gaan.

De ouderenmarkt hier biedt de bezoeker van alles. Je krijgt een breed inzicht van wat er allemaal te koop is op de terreinen van wonen, welzijn en zorg in onze gemeente. Voor je eigen zelfstandigheid is het goed dat de senior burger goede nota neemt van wat er allemaal is. Benut deze bron van informatie voor nu en voor later. Met alle komende wijzigingen in wet- en regelgeving is het dit keer extra verstandig zich te laten informeren. Geef je er ook rekenschap van dat de ouderenadviseur ook bij u thuis desgewenst informatie en advies kan geven. Voor de aanwezige organisaties en instellingen is het goed om de contacten met (potentiële) cliënten te benutten voor optimalisering van de dienstverlening. Zo kan het aanbod zich naar de vraag toe bewegen.

Tot slot nog even over de ouderdom. Ik las het boek van Bert de Vries, oud voorzitter van het CDA ‘Overmoed en onbehagen’. Hij stelt de vraag: is ouderdom betaalbaar in de toekomst? In 1975 waren er 1,5 miljoen AOW’ers, in 1995 twee en nu 2,5 miljoen. Aan AOW geven we 5% uit van BBP, net zoveel als 10 jaar geleden. De staatsschuld is gedaald van 6% naar 3% van het BBP. De zorgkosten schommelen al jaren rond de 10%. De collectieve lastendruk – het totaal aan belastingen en sociale premies dat we met zijn allen ophoesten - is terug van 43% in 1994 naar 39% in 2004. De globalisering heeft niet geleid tot banenverlies in Nederland. Bijna 1 miljoen voltijds erbij in tien jaar. Kortom hij ziet het nog niet zo somber in met de ouderen. En dat uit de mond van een econoom die het kan weten. Maar de staatsschuld roepen een aantal politici zoals Zalm. Is een staatsschuld van 15.000 euro per inwoner niet immoreel? Weer de Vries: Als je je kinderen een huis achterlaat waar nog een hypotheek opzit is dat ook niet erg. Je erft niet alleen schuld maar ook een compleet ingerichte huis, lees samenleving. De Vries becijfert dat bij een gelijkblijvende staatsschuld er tientallen jaren 20 miljard extra te besteden valt voor sociale cohesie, zorg, onderwijs. Kortom een betere maatschappij ligt voor het grijpen als we dat willen.

Voor mensen, maar zeker voor ouderen die met het vorderen der jaren kwetsbaarder worden bestaan vrijheid en geluk in de wetenschap dat je ergens op terug kunt vallen in nood. Deze rijkdom krijgt gestalte in een zorgzame samenleving. Deze rijkdom leidt tot een leefbare, creatieve en actieve samenleving. Laten we deze met zijn allen blijven koesteren.

Henk van Gerven, wethouder

U bent hier