h

Mahmut Erciyas over integratie in Oss

13 juli 2005

Mahmut Erciyas over integratie in Oss

“Mensen dichterbij elkaar brengen, achterstanden bestrijden, dat is de uitdaging, zowel in het debat als in de maatschappij.” Hieronder volgt de bijdrage van SP-raadslid Mahmut Erciyas tijdens het integratiedebat van de raadscommissie Maatschappelijke Participatie.

Mahmut ErciyasMijnheer de voorzitter,

Integratie, allochtonen, islam. In dit land lijken alle politieke gespreksonderwerpen te zijn uitgeput, alle problemen te zijn overwonnen behalve deze drie nauw met elkaar samenhangende thema’s. Althans, als we uit gaan van het beeld dat ons wordt voorgeschoteld door de media en stoere politici die hun daadkracht willen tentoonstellen.

Moeten wij het als lokale politici dan niet meer over integratie hebben? Juist wel. Integratie is een serieus politiek vraagstuk dat we zeer nadrukkelijk dienen op te pakken, maar wel genuanceerd en fatsoenlijk. We zijn verplicht aan de inwoners van deze gemeente om niet te polariseren, maar juist te zoeken naar reële oplossingen. Mensen dichterbij elkaar brengen, achterstanden bestrijden, dat is de uitdaging, zowel in het debat als in de maatschappij.

Gezien het in cultureel opzicht ontspannen Osse verleden, maar zeker ook de open sfeer waarin middels interactieve trajecten (gesprekken met Ossenaren) veel en goed voorwerk is verricht voor het proces van politieke besluitvorming, vertrouw ik erop dat wij net als veel andere gemeenten erin slagen een zakelijke en niet-opgefokte discussie te voeren om uiteindelijk als raad een goed integratiebeleid neer te zetten.

Dat het integratiebeleid in Oss nodig herijkt moet worden is voor de SP duidelijk. Daarmee willen we niet tekort doen aan het huidige Beleidskader Etnische Minderheden (BKEM). Hierin staan nog steeds bruikbare beleidsspeerpunten vermeld zoals inzet op Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE), bestrijding van segregatie op scholen, bevorderen van de toegankelijkheid van reguliere instellingen voor alle Ossenaren. Deze uitgangspunten kunnen wat ons betreft gewoon meegenomen worden in de nieuwe integratienota. Tegelijkertijd realiseren we ons dat het BKEM op punten tekort schiet, bijvoorbeeld met betrekking tot de woonsegregatie. Bovendien is het beleidskader een product van een andere politieke tijd. De term ‘minderhedenbeleid’ (een op rijksniveau al meer dan 10 jaar niet gebruikte term) spreekt boekdelen.

Voorzitter,

Wij zijn het met het college eens dat het integratiebeleid gericht moet zijn op concentratievermijding en menging enerzijds en participatie en binding anderzijds. De SP-fractie realiseert zich dat integratie mensenwerk is en niet afgedwongen kan worden door de overheid. Integreren, of met andere woorden samenleven en participeren, doe je op straat, op de werkvloer, op school en het sportveld. Integratie kan alleen door ontmoeting. Wij vinden dat de overheid de rol heeft om deze ontmoeting te stimuleren: zij moet randvoorwaarden scheppen voor contact tussen bevolkingsgroepen en verkleining van de sociale afstand.

Enkele dagen geleden heeft het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) een onderzoeksrapport (‘Uit elkaars buurt’) uitgebracht waarin de zorgwekkende conclusie wordt getrokken dat de sociale afstand tussen allochtonen en autochtonen groter wordt. Dit wijt het planbureau onder meer aan het verharde maatschappelijke klimaat, maar vooral ook aan de toenemende segregatie in het onderwijs en op het gebied van wonen

Het SCP concludeert dat woonsegregatie integratie negatief beïnvloed:

  • er dreigt een kasteachtige samenleving te ontstaan
  • contact tussen allochtoon en autochtoon bevordert de taalbeheersing. Toename van de segregatie heeft dus negatieve effecten op de taalbeheersing van allochtonen
  • woonsegregatie bevordert het ontstaan en de verbreiding van wederzijdse vooroordelen (‘Onbekend maakt onbemind’).

De SP onderschrijft deze bevindingen en vindt dat ruimtelijke segregatie en segregatie in het onderwijs voortvarend aangepakt moet worden. Streven naar gemengde wijken en scholen dus, met andere woorden naar “bekend maakt bemind”. Integratie heeft alleen een reële slagingskans als de ontmoeting wordt gestimuleerd, en absoluut geen kans als we ons blijven bewegen op etnische eilandjes wat zwarte wijken en scholen gewoon zijn. Veel Turkse en Marokkaanse Nederlanders zijn het met ons eens. In november 2003 heeft het wetenschappelijk bureau van onze partij de resultaten gepubliceerd van een grootschalig onderzoek dat onder honderden Turken en Marokkanen is gehouden, ook in Oss. 92% Van de ondervraagden vond dat de overheid de taak heeft om te streven naar gemengde wijken, en ruim 85% dat de realisatie van gemengde scholen een overheidstaak is.

Hoewel de segregatieproblematiek in Oss niet zo groot is als in de Randstad, zien we ook in onze gemeente duidelijk een toename van segregatietendensen. Niet zozeer op wijkniveau maar op buurtniveau en op enkele scholen. Dit is voor eens geen reden om te zeggen: het is een relatief klein probleem, dus laissez-faire. Nee, in Oss kunnen we gelukkig nog preventief mengingsbeleid voeren, laten we die kans met beide handen aannemen. We zien in de grote steden hoe het ernstig mis kan gaan.

Hoe dan? Dat is de hamvraag.

Op het gebied van segregatiebestrijding in het onderwijs zijn door dit college al belangrijke stappen gezet. Waar anders dan op school kun je immers het beste leren omgaan met anderen en andere culturen? Er is een convenant voor evenwichtige spreiding van leerlingen afgesloten met de schoolbesturen. De afspraken zijn wijkgebonden gemaakt, berusten niet op dwang, maar zijn niet vrijblijvend. De resultaten van deze afspraken willen we graag bij het proces betrekken, om te beoordelen of het convenant afdoende is of juist moet worden bijgesteld.

Tegen woonsegregatie bestaat geen wondermiddel. Het is duidelijk dat oplossingen gezocht moeten worden in een combinatie van maatregelen, zoals:

  • investeren in de leefbaarheid van wijken en het voeren van een daadkrachtig anti-verloederingsbeleid
  • meer goedkope huur- en koopwoningen in heel de gemeente
  • een woningtoewijzingsbeleid dat menging bevordert
  • ondersteunen van bewonersinitiatieven die de ontmoeting tussen bevolkingsgroepen stimuleren

Wij verwachten van het college dan ook dat deze maatregelen worden onderzocht en uitgewerkt.

De SP is akkoord met de 3 terreinen waarop het integratiebeleid zich moet richten: jeugd en onderwijs, werk en inkomen en wonen en samenleven. De overheid moet de ontmoeting of toenadering stimuleren, maar vooral ook niet nalaten om te investeren in mensen zelf:

  1. Met te veel allochtone jongeren gaat het al vroeg in hun levensloopbaan mis: in het onderwijs: relatief veel verzuim en een hoog percentage drop-outs. Er moet geïnvesteerd worden om jongeren binnenboord te houden. Mijn fractie heeft veel vertrouwen in de schoolcontactfunctionarissen die belangrijke intermediairs kunnen zijn tussen school, ouders en kind. Vroeg en voorschoolse educatie moet worden gecontinueerd, ouderparticipatie nog sterker en creatiever worden bevorderd, mede middels de inzet van duale inburgeringstrajecten.
  2. Ingezet moet worden op een betere beheersing van het Nederlands onder allochtone Ossenaren.
  3. De gemeente zou ook meer moeten doen op het gebied van discriminatiebestrijding op de arbeidsmarkt c.q. interculturalisatie van bedrijven. Maar om geloofwaardig te kunnen zijn dient de gemeente eerst te werken aan haar maatschappelijke voorbeeldfunctie: kortom het percentage allochtonen in gemeentelijke dienst dient opgeschroefd te worden.
  4. De oververtegenwoordiging van allochtone 40-plussers onder de langdurig werklozen is verontrustend. Deze groep mag niet afgeschreven worden. Wij verwachten van het college innovatieve maatregelen om deze groep dichterbij de arbeidsmarkt te krijgen.
  5. Allochtonen, en met name Turken en andere Aziaten, zijn ondernemend. Dat is duidelijk te staven met statistieken. Ondernemerszaken zou specifieke expertise moeten ontwikkelen om allochtone starters beter te begeleiden. Sluit als overheid aan bij de authentieke dynamiek onder de doelgroepen.
  6. Voor ons is het uitgangspunt van het Beleidskader etnische minderheden dat Osse instellingen alle Ossenaren moeten bedienen en er zo min mogelijk categoriale voorzieningen moeten worden gecreëerd, nog steeds geldend. Het college zou met gesubsidieerde instellingen strakkere prestatieafspraken moeten maken over het bereik van verschillende doelgroepen.

Over communicatie en beeldvorming kan de SP kort zijn. Wij vinden vele uitingen van moderne communicatie sympathiek, maar menen dat integratie toch vooral wordt bevorderd door echte, fysieke ontmoetingen. In de wijk, op het werk en op school. Maar goed, ondersteunende maatregelen zijn welkom. De SP wil dat het proces dat we zijn ingegaan niet eindigt bij een kleurrijke nota met een schone Turkse in traditionele Hollandse klederdracht, maar ook een concreet maatregelenpakket bevat dat echt meetbaar is. Integratiebeleid is zeer multidisciplinair en is in Oss lang blijven liggen. Dit betekent dat alle beleidsterreinen die met integratie te maken hebben goed op elkaar afgestemd en gecoördineerd moeten worden en een flinke impuls nodig is.

Voorzitter,

Tot slot, laten we ons 2 zaken goed realiseren:

  • Hoezeer wij ook willen en moeten investeren in integratie om haar te versnellen, het is een proces dat tijd kost.
  • Integratie heeft alleen kans van slagen als zowel allochtonen als autochtonen zich verantwoordelijk voelen: het is een gedeelde verantwoordelijkheid

U bent hier