h

Straks ieder zijn eigen school?

3 april 2005

Straks ieder zijn eigen school?

Wat ‘vrijheid van onderwijs’ is gaan heten, verwordt steeds meer tot het recht je af te zonderen. Dat is weinig doelmatig en draagt niet bij aan verdere integratie. Minister Van der Hoeven kondigde vorige week aan dat ze aanvullende eisen gaat stellen aan nieuw te stichten scholen. Kinderen moeten weer samen te voet naar school in de eigen buurt. Artikel 23 lijkt het tegendeel te bewerkstelligen.

Chris ErmersHet staat eenieder vrij voor de eigen richting scholen te stichten. Die ‘vrijheid van onderwijs’ wordt voortdurend verward met ‘keuzevrijheid’. Het recht van ouders om zelf voor hun kinderen een school, de beste school te kiezen. Wie kan daar nou op tegen zijn? En dus, wie zou zich tegen Artikel 23 van de Grondwet, dat de ‘vrijheid van onderwijs’ vastlegt, willen keren? Maar dit inmiddels meest bekende grondwetsartikel garandeert allerminst die keuzevrijheid. Net zo min als het tot integratie bijdraagt. Veel meer leidt het tot versnippering en verspilling van middelen. Recente ontwikkelingen in de gemeente Oss laten dat overduidelijk zien. Ik kom daar straks op terug.
In De Volkskrant heeft de Minister van Onderwijs vorige week laten weten te zullen ingrijpen en bij wet aanvullende eisen te stellen. Het gaat dan met name om garanties dat nieuw te stichten scholen Nederlandse waarden zullen overdragen, dat men leerlingen opvoedt met respect voor de rechtsstaat en hen leert dat man en vrouw gelijk zijn in Nederland. In de hoop dat de kinderen straks weer samen te voet naar de buurtschool om de hoek gaan.

Vrijheid van onderwijs

De christelijke partijen hebben het begin vorige eeuw voor elkaar gekregen dat burgers voortaan het recht hebben op grond van hun geestelijk grondslag eigen scholen te stichten en deze uit de openbare kas te laten bekostigen. Sindsdien zijn er voor vele richtingen heel veel scholen gesticht. En het worden er steeds meer. Minder kinderen, meer scholen. Wordt men als richting erkend, dan vraagt men de gemeente om opgenomen te worden op het Plan van scholen. Met een rekensom (belangstellingspercentage x voedingsgebied) moet wel worden aangetoond dat de school genoeg leerlingen gaat krijgen om de stichtingsnorm te halen. Soms is dat bijna onmogelijk, voor nieuwe richtingen is dat betrekkelijk simpel.

Keuzevrijheid

Een plaats als Oss kent van oudsher alleen maar katholieke scholen. Daar zijn ondertussen enkele openbare en bijzonder-neutrale scholen bijgekomen. Daardoor kunnen ouders inderdaad kiezen. Dat doen ze ook, maar nauwelijks op grond van die ‘denominatie’. Gelukkig valt er inmiddels ook naar onderwijsconcept te kiezen. Er zijn of komen Montessorischolen, Daltonscholen, scholen voor het nieuwe leren en scholen voor het traditionele leren. Daar letten ouders steeds meer op. En ze zijn bereid om voor een bijzonder concept een eind om te rijden. Waar ouders ook op letten, is de kleur op het schoolplein. Waardoor het kan gebeuren dat in een wijk waar de kerk inmiddels gesloten is, de (verkleurde) openbare school voor zijn voortbestaan moet vechten.
Het is in een sterk geseculariseerde gemeente als Oss echter niet mogelijk een nieuwe openbare school te stichten. Pogingen daartoe zijn, ondanks een overweldigende meerderheid in de gemeenteraad, op niets uitgelopen. Het belangstellingspercentage voor openbaar onderwijs (het deel van de kinderen dat nu naar een openbare school gaat) is door het katholieke verleden nog niet zo hoog. Daarmee gerekend levert ook een grote nieuwe woonwijk niet het aantal kinderen dat nodig is om de stichtingsnorm te halen. Desondanks en los van Artikel 23 besloot de gemeenteraad toch zo’n school (als dislocatie van een bestaande openbare school) te bouwen en te financieren. Omdat het katholiek schoolbestuur daar niet aan wil meewerken, komt die extra openbare school er dus niet. Weg keuzevrijheid voor ouders, in de nieuw te bouwen brede school komt alleen katholiek onderwijs.

Versnippering en verspilling

Onlangs is de gemeente Oss geconfronteerd met de aanvraag van een Stichting voor Evangelisch Onderwijs. Een sekteachtige huisgemeente, een afsplitsing van een niet veel grotere Evangelische Gemeente, bleek achter deze stichting te zitten. Het halen van de stichtingsnorm bleek in dit geval echter geen enkel probleem. Er zijn nog maar drie of vier van deze scholen in Nederland. En dus mag men voor het te maken sommetje het belangstellingspercentage van Arnhem nemen en als voedingsgebied een groot deel van Noordoost-Brabant en een stuk van Gelderland. De reisbereidheid (ondersteund met een ruime reiskostenvergoeding door de overheid) van de

Evangelische geloofsgenoten is kennelijk erg groot. Niks ‘weer samen te voet naar school’ zoals de Minister denkt. Integendeel, over grote afstanden in taxi’s gebracht. En al helemaal niet samen met die bruine buurjongen of samen met dat donkere meisje. Afzondering, versnippering en verspilling. Omdat men ook op school (instituut voor cultuuroverdracht met de taak voor te bereiden op een multiculturele samenleving!) in eigen kring wil verkeren.

Integratie

Sinds kort werkt het gemeentebestuur van Oss samen met de schoolbesturen aan een zodanige spreiding van leerlingen dat er sprake is van gemengde scholen. Samen in dezelfde wijk naar school, door elkaar heen. Met respect voor de eigen schoolkeuze. Tegen witte vlucht en concentratietendensen in. Een moeizaam proces, maar de moeite waard. Nu ligt er sinds enkele weken weer een aanvraag, dit keer voor een Islamitische school. De Bedir-school die onlangs in Uden afbrandde, wil men in Oss laten herbouwen. De leerlingen komen tenslotte bijna allemaal uit Oss.

Met respect voor de keuze van deze school, hoe moet dat verder met dit deel van het lokale integratiebeleid? De school zal zonder problemen weten aan te geven hoe men de ‘ononderhandelbare’ Nederlandse waarden zal ‘overdragen’, dat men de rechtsstaat zal respecteren en hoe men recht doet aan de gelijkheid van man en vrouw (wat dat betreft zal zo’n fundamentalistische evangelische school heel wat meer moeite hebben), maar hoe zit het met de alledaagse omgang met elkaar? De omgang waarin kinderen zich die waarden en normen ook echt eigen kunnen maken? De minister wijdt mooie woorden aan Artikel 23, voor de rest blijft het aloude ‘vrijheid blijheid’. Tot het tegendeel blijkt.

Chris Ermers, SP-wethouder voor Jeugd en onderwijs in de gemeente Oss

U bent hier