h

Vragen over huurliberalisatieplannen en houding woningcorporaties

14 december 2004

Vragen over huurliberalisatieplannen en houding woningcorporaties

Onlangs heeft minister Dekker kenbaar gemaakt een aanzienlijk deel van de huurwoningenmarkt te gaan liberaliseren en de huren te harmoniseren. Als uitgangspunt voor de soort woningen is o.a. genomen de WOZ waarde van de bestaande woningen. Daarbij dienen woningen in de WOZ-categorie € 115.000.- tot € 130.000.- voor liberaliseren aangewezen te worden. Onderdeel van de maatregelen is eveneens dat voor de huursubsidie van huurwoningen een bezuinigingstaakstelling van jaarlijks 250 miljoen Euro moet worden gerealiseerd.

Jan ZollDe gemiddelde kwaliteit van de huurwoningvoorraad in Oss is goed en de huidige huurprijzen naar onze mening niet te laag. Gezien het lage inkomen van de meeste huurders. De SP vindt daarom dat de huurwoningvoorraad in Oss niet in aanmerking dient te komen als zogenaamd geliberaliseerd gebied. Bovendien kan van doorstroming slechts sprake zijn als er betaalbare alternatieven zijn. En die ontbreken omdat er in Oss überhaupt veel te weinig woningen zijn. Verontrustend is dat Brabant Wonen, reeds nu huurharmonisatie toepast. Met als gevolg dat bij huurcontract vernieuwing, de bestaande huren bijvoorbeeld met € 94,- per maand worden verhoogd.

Samenvattend vindt de SP dat de huren behoudens een inflatiecorrectie niet mogen stijgen en dat sociale woningbouw de hoogste prioriteit verdient.

De SP heeft daarover de volgende vragen aan het College:

  1. Is het college het met ons eens dat de huurprijzen in Oss, in relatie tot de kwaliteit van de huizen en het inkomen van de huurders hoog genoeg zijn? Welke huurverhoging acht het college reëel voor de komende jaren? Wat vindt U van het huurharmonisatiebeleid van Brabant Wonen? Welke stappen wilt u en kunt u ondernemen om Brabant Wonen te bewegen de huurverhogingen te matigen?
  2. Onderschrijft het college onze mening dat in de gemeente Oss vooralsnog van doorstroming, in de zin waar de genoemde notitie van spreekt, geen sprake kan zijn vanwege het ontbreken van voldoende aanbod van woningen, met name in het betaalbare segment van het totale woningbestand?
  3. In hoeverre kan en wil het college alles in het werk stellen om bindende afspraken te maken met de woningcorporaties en overige partijen om het totale huurwoningbestand in de gemeente Oss niet als geliberaliseerd gebied te laten aanmerken?
  4. Kan het college concreet aangeven wat de consequenties voor de Osse huurwoningvoorraad in de verschillende wijken en dorpen zouden zijn als de kabinetsplannen doorgaan? Wilt U deze consequenties in beeld brengen? En wil het college deze gevolgen bij de Tweede Kamer, het kabinet en de landelijke koepel van woningcorporaties scherp onder de aandacht te brengen?
  5. Hoe groot zijn thans de financiële reserves van de woningcorporaties Brabant Wonen en Maasland?
  6. Zijn deze reserves toereikend om het sociale woningbouwprogramma dat Oss voor ogen staat te realiseren?
  7. Is het door de raad vastgestelde woningbouwprogramma afdoende om iedere Ossenaar over tien jaar een adequate woning of woonruimte te garanderen? Zo neen, welke stappen gaat het college dan nog verder ondernemen?

Jan Zoll, raadslid SP

Dossier Volkshuisvesting

U bent hier