h

Geen verzelfstandiging van het Museum Jan Cunen

24 september 2010

Geen verzelfstandiging van het Museum Jan Cunen


Museum Jan CunenIn de raadscommissie is een rapport besproken over de verzelfstandiging van het Museum. De SP is tegen verzelfstandiging.

Hier leest u de SP visie zoals Mari-Anne Marijnissen die in de commissie verwoord heeft.

Haalbaarheidsonderzoek Museum Jan Cunen kan naar de prullenbak.

Op de agenda van de commissie Maatschappelijke Participatie staat geagendeerd: Het rapport inzake de haalbaarheid van een verzelfstandiging van het museum Jan Cunen.

Wat de SP betreft kan het rapport naar de prullenbak, omdat het een uitermate eenzijdig antwoord is op de vraag die in de commissie gesteld is om eens in beeld te brengen of het een optie is om van het museum ook een budgetinstelling te maken, zoals bijvoorbeeld de andere culturele budgetinstellingen Lievekamp en bibliotheek. Of, om in organisatietermen te praten, kan het museum worden verzelfstandigd?

En het bevreemdt de SP des te meer dat de wethouder een onderzoek heeft laten uitvoeren omdat hij bij de beantwoording van vragen uit de commissie over de beleidsvisie musea 2007-2010 het volgende zegt:

Citaat: Over de voor en nadelen van het onderbrengen van MJC in een aparte stichting:
”Sinds de reorganisatie van het gemeentelijk beleid heeft het museum echter al een grote mate van interne verzelfstandiging bereikt en functioneert feitelijk als een zelfsturende eenheid met de schaalvoordelen en de zekerheid van het gemeentelijk apparaat(voor financiën, personeel, onderhoud, gebouw en automatisering). Een externe verzelfstandiging (onderbrengen in een stichting) heeft het nadeel dat het zal leiden tot hogere organisatiekosten daar het museum dan buiten de schaalvoordelen van het gemeentelijk apparaat valt. Mede gezien de grote interne zelfstandigheid die inmiddels gerealiseerd is, wordt de positie van het museum niet meer als urgent knelpunt ervaren en wordt dit onderwerp daarom niet verder in beeld gebracht. : einde citaat

Een onderzoek dat de toets der kritiek kan doorstaan begint met een probleemstelling. Of met andere woorden: voor welk probleem is verzelfstandiging een oplossing? In het onderzoek is geen probleemstelling te vinden. Wel wordt er van meet af aan stelling genomen. Er wordt gesteld dat het exploiteren van een museum geen kerntaak van de gemeente is. De onderzoeker heeft kennelijk zelf bepaald dat het museum geen kerntaak is van de gemeente. Dat is een uitermate politieke stellingname, daar gaat de onderzoeker niet over maar de Osse politiek en die heeft daar nooit een afgewogen standpunt over ingenomen.

Vervolgens stelt de onderzoeker dat de gemeente ernaar streeft niet-kerntaken met een uitvoeringskarakter te verzelfstandigen. Ook daarin gaat de onderzoeker zijn boekje te buiten. De stelregel bij de organisatieontwikkeling is: met verstand op afstand. Dus geen dogma. Wij vragen ons sterk af of uit organisatorisch oogpunt verzelfstandiging van een afdeling met slechts 7.5 fte personeel niet erg risicovol is. Bovendien blijft het museum voor tal van diensten (groot onderhoud, detachering personeel, ICT) op de gemeente leunen.

Ook nog wordt voor het museum als gemeentelijke afdeling het culturele ondernemerschap van een verzelfstandigd museum opgevoerd. Dat gebeurt door schijnbare tegenstellingen op te werpen, een methode om de overheid te declasseren en het ondernemerschap op te hemelen. Weer een politieke stellingname dus. Maar de onderzoeker valt in zijn eigen zwaard, waar hij uit een benchmark de conclusie trekt dat Museum Jan Cunen van alle onderzochte musea het meest efficiënte museum is.

De schijnbare tegenstellingen zijn er legio:

  • Verzelfstandiging zou betere voorwaarden voor een flexibele rolinvulling bieden. Naar onze waarneming heeft MJC alle ruimte gekregen en ook met succes genomen.

  • Verzelfstandiging zou leiden tot een transparantere verhouding tussen gemeente en museum. Die verhouding is ons duidelijk dus wat is het probleem?

  • Bij verzelfstandiging zouden er scherpere afspraken kunnen worden gemaakt over financiën en prestaties. Wij zijn erg tevreden over de prestaties van MJC en er wordt gewerkt binnen de door de raad aangegeven budgetruimte.

  • Verzelfstandiging zou een betere scheiding tussen beleid en uitvoering mogelijk maken. Ons zijn beleid en uitvoering duidelijk, wat is het probleem?

  • Bij verzelfstandiging zou er bedrijfsmatiger en ondernemender gewerkt worden. Hoe kan het dan dat MJC als meest efficiënte museum uit de bus komt?

  • Bij verzelfstandiging zouden onverhoopte financiële tegenvallers niet ten laste komen van de gemeente. Ten last van wie of wat dan wel? Sponsors dichten geen gaten.

  • Bij verzelfstandiging zou het gemakkelijker zijn financiële verantwoording af te leggen. Waarom wordt die efficiëntie niet nagestreefd in de gemeentelijke organisatie?

  • Bij verzelfstandiging zouden er meer inkomsten kunnen worden gegenereerd uit subsidies en sponsoring. Die ruimte is er nu ook en MJC heeft met succes veel subsidie binnengehaald. Vandaag stellen we in deze commissie het interim beleidsplan vast om mee te kunnen dingen naar een prijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds.

  • Bij verzelfstandiging zou MJC via een Raad van Toezicht in staat zijn om goede netwerken op te bouwen en te onderhouden. MJC heeft nu al een goede externe adviescommissie en goede netwerken; waarin worden ze door het gemeentebestuur belemmerd?

  • Wat is mijn punt: het onderzoeksrapport hangt van algemeenheden aan elkaar en is voor ieder gemeentelijk museum te gebruiken. Daarvoor hoeven slechts naam en getallen gewijzigd te worden.

    De kernvraag die naar onze mening eerst beantwoord had moeten worden is hoe het museum in de Osse gemeenschap functioneert. Museum Jan Cunen is een museum om trots op te zijn. Het is verwekt in de Osse politiek en steeds eensgezind gesteund door de raad. Die heeft de ruimte geboden voor initiatief en ontwikkeling. Die ruimte is door het gemeentepersoneel uitstekend benut en dat heeft geleid tot een klein museum met een grote naam, vooral op educatief gebied. En de ambities zijn nog steeds ongekend groot. Jammer dat we pas op de plaats moeten maken met de Bergoss-lokatie. Het museum is goed georganiseerd en werkt efficiënt, natuurlijk kan het nog beter, van een acht naar een negen.

    Waar maken we ons dan druk over? We zijn opgezadeld met een overbodig rapport dat zo zijn eigen dynamiek kan oproepen. Een dynamiek die kan leiden tot een museum dat verweesd raakt. Daar maken we ons nu druk over. Voor de SP hoeft dit rapport dus niet in overweging genomen te worden bij de voorbereiding van de nieuwe programmabegroting van voorjaar 2011 maar kan het zó de prullenbak in.

    Mari-Anne Marijnissen
    Raadslid SP Oss

    U bent hier