h

Hulp bij het huishouden nauwelijks minder, wel anders

9 januari 2008

Hulp bij het huishouden nauwelijks minder, wel anders

Chris Ermers
Het afgelopen jaar is de regeling voor hulp bij het huishouden naar de gemeenten gegaan. In Oss is dat onderdeel van de WMO in dit overgangsjaar zorgvuldig ingevoerd. Uitgangspunt is steeds geweest dat de zorg gegarandeerd blijft. ‘Zoals te verwachten was, zijn er verschuivingen bij de inzet van hulp, maar dat uitgangspunt maken we hier nog steeds waar.’ aldus verantwoordelijk wethouder Chris Ermers.

De oude situatie

In totaal zijn er ongeveer 2500 mensen in de Gemeente Oss die hulp bij het huishouden krijgen. Het merendeel daarvan nog op basis van een AWBZ-indicatie. Bij die oude indicaties werd een klasse qua urenaantal toegewezen en werd het aan de aanbieders van de hulp (Thuiszorg bijvoorbeeld) overgelaten om te bepalen welk soort hulp werd verleend. Dat kon een vergaande en dus dure vorm zijn, bedoeld voor mensen voor wie de organisatie van het hele huishouden moest worden overgenomen. Maar het kon ook een minder vergaande en dus goedkopere vorm zijn waarbij alleen huishoudelijke taken voor mensen werden uitgevoerd. De praktijk liet zien dat de zorgaanbieders in ongeveer 80% van de gevallen die ruimte ook daadwerkelijk namen door duurdere (meer gespecialiseerde) medewerkers in te zetten.

Ongeveer 10% van de mensen maakte gebruik van een persoonsgebonden budget om zelf de toegewezen zorg in te kopen. Zo’n budget is gebaseerd op de gemiddelde kostprijs van de dure en minder dure hulp. Voor deze groep, iets meer dan 200 huishoudens, zijn onlangs door de gemeente de wettelijk voorgeschreven herindicaties uitgevoerd. Dat is gebeurd op grond van de door de gemeenteraad vastgestelde verordening.

Verschuivingen

Op basis van de voorschriften stelt de gemeente bij een nieuwe indicatie niet alleen het aantal uren vast, maar wordt ook bepaald op welk niveau de hulp of zorg verleend moet worden. De vergaande vorm heet dan HH2, de minder vergaande vorm heet HH1. In de praktijk blijkt, zoals verwacht, dat de meeste huishoudens de verantwoordelijkheid van de organisatie van het huishouden zelf kunnen dragen. Dit betekent dat HH2 (ondersteuning bij de organisatie van het huishouden) een te dure indicatie is. Dat geldt zeker voor mensen die zelf de beschikking hebben over een budget om daarmee de dingen te regelen.

Zo’n indicatiewijziging heeft overigens geen enkel gevolg voor het budget dat men krijgt toegewezen. Dat blijft gebaseerd op de gemiddelde kostprijs van beide soorten hulp. Het blijft zoals vroeger ook aan de mensen zelf om te bepalen op welke manier zij het budget voor de hulp bij het huishouden inzetten. Ongeveer 175 mensen hebben op die manier een andere indicatie gekregen maar behouden hetzelfde budget. Voor mensen die een ander aantal uren is toegewezen, is er wel sprake van een ander budget. Voor 11 mensen betekent dat een hoger bedrag, 36 huishoudens krijgen minder. Dat is 1 ½ % van het totaal! Vervelend natuurlijk, maar het is goed om daar ook de volgende kanttekening bij te maken. Voor al deze mensen geldt namelijk dat er in de voorbije jaren sprake is van wijzigingen in hun situatie (vaak verhuizing naar een kleiner huis of kinderen die volwassen geworden zijn) die nooit waren doorgegeven. Bij de herindicaties is daarmee nu uiteraard wel rekening gehouden.

Zorgvuldig

‘Ik begrijp dat het niet prettig is als je minder geld krijgt. Maar ik ben er zeker van dat er door onze medewerkers ook bij deze groep met een eigen budget steeds heel zorgvuldig is gehandeld. Alle zaken zijn op tijd met de mensen doorgenomen en bij iedereen die dat wilde is de situatie ook thuis goed bekeken’ vervolgt Chris Ermers. ‘Dat er verschuivingen zouden zijn met name bij deze groep, was te verwachten. Als we de groep die nu de zorg in natura krijgt opnieuw hulp gaan toewijzen, zullen de verschuivingen waarschijnlijk minder groot zijn. Maar mensen krijgen de hulp die ze nodig hebben en waarop ze recht hebben. En door kritisch te zijn op welke hulp we toewijzen en hoeveel, kunnen we nu en in de toekomst die hulp ook garanderen.’

U bent hier